De ster die in het niets verdween

Er is een ster vermist. Astronomen denken dat ze een zwart gat is geworden.

zwart-gat-ute-kraus
Fantasietekening van een zwart gat, dat het beeld van de sterrenhemel vervormt. Beeld Ute Kraus.

De ster N6946-BH1 lijkt te zijn verdwenen. Het was nochtans een zeer fors exemplaar, een rode reuzenster met naar schatting 25 keer de massa van onze zon. Ze bevond zich in een sterrenstelsel op twintig miljoen lichtjaar van ons. Ze werd voor het eerst waargenomen in 2004, en vertoonde in 2009 een krachtige opflakkering.

Daarna verzwakte ze, en nu is er met gewoon zichtbaar licht niets meer van te zien, is gebleken uit recente waarnemingen met de ruimtetelescoop Hubble. Er is alleen nog wat infraroodstraling te zien, afkomstig van de plaats waar de ster zich bevond. Dat meldt een team Amerikaanse astronomen onder leiding van Christopher Kochanek van de Ohio State University in een Arxiv-preprint.

Het klassieke beeld van het ontstaan van een zwart gat, is dat het gevormd wordt in het hart van een ‘supernova’, dat is een explosie van een ster. Wanneer een zeer zware ster ontploft in een supernova-explosie, dan worden de buitenste delen van de ster met kracht de ruimte in geworpen, terwijl het binnenste stuk in elkaar stort tot een zwart gat, een object dat extreem klein en zwaar is en daardoor plaatselijk een zo sterke zwaartekracht uitoefent dat het zelfs geen licht laat ontsnappen.

De jongste jaren wordt echter vermoed dat zwarte gaten ook kunnen ontstaan zonder een supernova-explosie. Een zware ster zou dan een ‘mislukte supernova’ ondergaan, waarbij ze wel nog een wolk heet gas uitstoot en daarbij tijdelijk een stuk helderder wordt (dat zou zijn wat astronomen in 2009 zagen bij N6946-BH1), maar niet echt ontploft. Het deel van de ster dat niet wordt uitgestoten, zakt onder zijn eigen zwaartekracht in elkaar tot een zwart gat, en wordt zodoende onzichtbaar. Al wat er dan nog te zien is, is straling van gaswolken in de omgeving.

Alternatieve verklaringen, zoals dat de ster verduisterd zou zijn door een donkere stofwolk, komen minder goed overeen met de waarnemingen, volgens Kochanek.

Astronomen zullen nu gaan zoeken of er röntgenstraling komt van de plaats van N6946-BH1-zaliger. Dat wordt verwacht, als het echt een zwart gat is, omdat materie die in een zwart gat valt daarbij enorm verhit wordt en röntgenstraling uitzendt (net voor ze in het gat verdwijnt).

Als het vermoeden van Kochanek en zijn team bevestigd wordt, dan zou het de eerste keer zijn dat astronomen zo duidelijk een mislukte supernova en de vorming van een zwart gat hebben kunnen waarnemen.

Bronnen:

Arxiv.

New Scientist.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *