Afdoende klimaatmaatregelen, wat betekent dat concreet?

Om de doelstellingen van het klimaatverdrag van Parijs te realiseren, zijn veel drastischer en vooral snellere maatregelen nodig dan regeringen tot nu toe overwegen.

Herculische inspanningen op komst. Foto Harvey McDaniel

Wie nog dacht dat enkele kleine bijsturingen en gemorrel in de marge zouden volstaan om het klimaat te redden, mag nu zijn roze bril afzetten. De kans om het klimaat met relatief pijnloze maatregelen op het goede spoor te houden, hadden we twintig of dertig jaar geleden moeten grijpen. Daar is het te laat voor; vandaag zijn drastischer ingrepen nodig.

Dat blijkt uit een ‘roadmap’ die een internationaal team wetenschappers voorstelt in Science (Rockström et al.).

De doelstellingen van Parijs houden in dat de opwarming van de planeet tegen het einde van deze eeuw beperkt moet blijven tot beduidend minder dan twee graden (vergeleken met het pre-industriële tijdperk) en bij voorkeur onder de 1,5 graden moet blijven.

Wetenschappers hebben er eerder al op gewezen dat die doelen onrealistisch ambitieus zijn, vergeleken met de bescheiden concrete maatregelen waar de deelnemende landen zich al toe geëngageerd hebben. Het plan dat Johan Rockström van de universiteit van Stockholm en zijn collega’s nu voorstellen, geeft één voorbeeld van wat maatregelen zouden inhouden waarmee we de doelen van Parijs wél kunnen halen.

De ‘roadmap’ begint met de maatregelen die nu meteen genomen moeten worden; de auteurs omschrijven ze als ‘no-brainers’. Besparen op energieverbruik, Koolstoftaksen, cap-and-trade-schema’s en quota’s moeten op grote schaal ingevoerd worden. De prijs moet liggen boven 50 dollar per ton uitgestote koolstofdioxide (ter vergelijking: de prijs in het Europese cap-and-trade-schema ligt momenteel rond de vijf dollar; dat moet dus tien keer duurder worden).

Op dit moment zijn er nog vele landen die fossiele brandstoffen subsidiëren in plaats van ze te belasten (dat is de reden waarom benzine spotgoedkoop is in vele arme en olieproducerende landen). Dat moet ophouden, en niet pas in 2025 zoals de G7-groep heeft vooropgesteld, maar tegen 2020 al. De lijst gaat verder: onmiddellijk ophouden met nieuwe steenkoolcentrales in gebruik te nemen, steenkoolmijnen sluiten. Landen en steden moeten onmiddellijk plannen opstellen om in enkele decennia volledig klimaatneutraal te worden. Er is nood aan een wereldwijde strategie om vleesconsumptie te minderen en minder voedsel te verspillen.

Tot daar de no-brainers die tussen nu en 2020 uitgevoerd moeten worden – en dus niet na nog eens vijftien jaar discussies, consultaties en politiek gebakkelei. Vanaf 2020 beginnen de echte inspanningen, die de auteurs als ‘Herculisch’ omschrijven.

De prijs per ton uitgestote koolstofdioxide (hetzij belasting hetzij cap-and-trade prijs) moet verder stijgen van 50 naar 400 dollar per ton. Concreet wil dat voor de consument zeggen dat op elk lange-afstandsvliegtuigticket wellicht een extra koolstofbelasting van dat bedrag geheven zal moeten worden en dat de prijs van stookolie voor de verwarming ongeveer moet verdubbelen. Ook luchtvaart en scheepvaart zullen niet langer aan koolstofbelastingen kunnen ontsnappen.

Tegen 2030, dus over dertien jaar, moet het afgelopen zijn met steenkool te gebruiken, ook in ontwikkelingslanden, en mogen geen nieuwe auto’s op benzine of diesel meer gemaakt worden. Korte-afstandsvluchten moeten vervangen worden door treinritten. Het budget voor onderzoek naar klimaat en nieuwe energie-technologie moet ongeveer vertienvoudigd worden. Daarbij moet ook werk worden gemaakt van technologieën die op grote schaal koolstofdioxide uit de atmosfeer verwijderen. Betere landbouwmethodes en herbebossing kunnen daarbij helpen, net als technieken om koolstof ondergronds op te slaan.

Tegen 2040, dus over 23 jaar, moet het gebruik van aardolie op zijn laatste benen lopen. De meest geavanceerde landen moeten tegen die tijd zo goed als volledig emissievrij zijn. Nadat auto’s al een tijdje emissievrij zijn, moet nu ook de luchtvaart volledig koolstofneutraal worden, bijvoorbeeld door waterstof of biobrandstoffen te gebruiken.

Ook de bouwsector moet nu koolstofneutraal worden. Dat betekent dat het afgelopen is met het gebruiken van staal en beton zoals dat vandaag geproduceerd wordt. Beide vereisen veel energie voor hun productie, en dat gebeurt nu goedkoop met fossiele brandstoffen. Emissievrij beton en staal zal wellicht veel duurder zijn. Anders moet er met andere materialen gebouwd worden, zoals hout of koolstofvezels. Ook het gebruik van aardgas moet nu steil afgebouwd worden.

Kort na 2040 moeten alle Europese landen volledig koolstofneutraal zijn; de rest van de wereld grotendeels ook tegen 2050. Kernenergie kan op beperkte schaal helpen.

In 2050 moet de netto-koolstofdioxide-uitstoot van de wereld nul zijn. Dat wil zeggen dat de beperkte uitstoot die er nog is, gecompenseerd wordt door methodes om koolstofdioxide uit de atmosfeer te verwijderen.

Op die manier blijft de opwarming tegen 2100 beperkt tot 1,5 of hooguit 2 graden. Het kan dus nog. Maar, zoals de auteurs met een fijne woordkeus opmerken, “long-term goals can be trumped by political short-termism.”

Bron: Science.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *