Hersenen op een schaaltje

Is het ethisch verantwoord om stukken hersenen buiten het lichaam in leven te houden? Een column.

Voorlopig nog gewoon op hun plaats. Foto BiomedNMR

Als u dacht dat de moderne wereld zo onderhand al wel genoeg morele vraagstukken had opgeworpen, dan heb ik hier een gloednieuw exemplaar voor u. Vers uit de intellectuele broedmachine van academische conferenties, en nog onbezoedeld door politieke stemmingmakerij, culture wars of facebook-memes: de rechten, of het gebrek daaraan, van menselijk hersenweefsel buiten het lichaam.

Eerst wat feiten. Onderzoekers worden steeds meer bedreven in het laten groeien van stukjes van menselijke organen in vitro. Dergelijke ‘organoïden’ groeien uit menselijke stamcellen en bestaan dus uit echt menselijk weefsel. Ze worden onder meer gebruikt om de werking van organen te bestuderen, om de oorzaken van ziektes te achterhalen en om potentiële nieuwe medicijnen uit te proberen. Er kunnen experimenten op worden gedaan die onmogelijk of moreel ondenkbaar zijn op levende mensen, en ze vormen een potentieel alternatief voor sommige dierproeven.

Stukjes hersenen die op die manier in een schaaltje worden gekweekt, zouden op een dag misschien kunnen helpen bij het genezen van depressie of de ziekte van Alzheimer. Onderzoekers slagen erin om steeds grotere, meer realistische organoïden te laten groeien, en ze langer in leven te houden.

Maar wat als zo’n stukje levende hersenen in een schaaltje op een dag begint te doen wat tenslotte de taak is van hersenen: denken, voelen, waarnemen, bewust zijn, lijden?

Het is geen schrijver van goedkope horrorsciencefiction die de vraag opwerpt, maar vijftien vooraanstaande Amerikaanse hersenwetenschappers, biologen en ethici, van universiteiten als Harvard, Stanford, Yale en het Massachusetts Institute of Technology, in een opiniestuk in het wetenschappelijke blad Nature van deze week.

De kans is miniem, denken de ondertekenaars, dat de huidige hersen-organoïden al bewust zijn of pijn kunnen voelen. De grootste meten enkele millimeters en bevatten twee tot drie miljoen neuronen (hersencellen). Ter vergelijking: een compleet stel menselijke hersenen bevat naar schatting 86 miljard neuronen en nog eens even veel ondersteunende cellen.

Maar wat niet is, kan nog komen, en de auteurs roepen er daarom toe op om nu al over de ethische complicaties na te denken, voor we voor een voldongen feit staan. Moet een potentieel voelend stuk hersenen bescherming en rechten krijgen, zoals een dier, of zoals een mens? Is er geïnformeerde toestemming nodig voor proeven? Kan menselijk hersenweefsel iemands eigendom zijn? Mag het na een experiment gewoon bij het biologisch afval, en zo nee, wat dan?

Behalve in een schaaltje gekweekte organoïden zijn er ook stukken hersenweefsel die bij operaties verwijderd worden uit de hersenen van patiënten. Soms worden die nog een poosje in leven gehouden om er proeven op te doen, en sommige zijn veel groter dan hersen-organoïden. En dan zijn er nog experimenten waarbij stamcellen gebruikt worden om menselijke hersencellen te laten groeien in het lichaam van dieren. Bio-ethici hebben nog wel voor even werk.

Deze column is op 28 april 2018 verschenen in De Tijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *