Het jaar van Mars

Waarom 2018 het jaar van Mars was. Een column.

Niet zo onleefbaar. Foto ESA

Als ze bij Time elk jaar een planeet van het jaar of hemellichaam van het jaar op hun cover zouden zetten, dan mogen ze voor 2018 Mars uitkiezen.

Niet zozeer wegens de geslaagde landing op Mars deze week van de sonde InSight – na een reis van een half jaar en een bloedstollende ‘zeven minuten horror’ vlak voor aankomst, toen de sonde door de atmosfeer van Mars bruusk werd afgeremd van haar interplanetaire snelheid.

Het is vooral te danken aan de Amerikaanse laboratorium-robotwagen Curiosity. Die heeft dit jaar in de marsbodem een grote verscheidenheid aan zogeheten organische moleculen gevonden. Als een gelijkaardig mengsel in aards gesteente wordt aangetroffen, dan is de standaard-conclusie dat het gaat om resten van levende wezens, bijvoorbeeld van plankton in de oceaan. Het is uit dit soort stoffen dat in de juiste omstandigheden aardolie of aardgas kan ontstaan.

Een bewijs dat er ook op Mars leven voorkomt, of lang geleden voorkwam, is het niet. Moleculen van dit type worden geproduceerd door leven, maar ze kúnnen ook ontstaan door chemische processen waar geen leven aan te pas komt.

Dezelfde Curiosity stelde ook vast dat het gas methaan in de marsatmosfeer voorkomt, en wel met een concentratie die op en neer gaat met de seizoenen. Op aarde wordt methaan meestal geproduceerd door levende wezens (bijvoorbeeld de bacteriën in koeienmagen), ofwel ontstaat het uit resten van gestorven organismen.

Een bewijs dat er op Mars leven voorkomt, is het methaan niet. Het kán ook door levenloze processen geproduceerd worden, zelfs in een concentratie die varieert met de seizoenen.

Afgelopen zomer werd de ontdekking bekend gemaakt van een heus meer van vloeibaar water, verborgen onder het poolijs op Mars. Een Europese satelliet heeft met radar onder het ijs gekeken, en daar duidelijke tekenen van water waargenomen.

Een bewijs dat er op Mars leven voorkomt, is ook dit meer niet – u kent het refrein intussen.  Het gaat naar alle waarschijnlijkheid trouwens over extreem zout water (anders zou het al lang bevroren zijn op de ijskoude Mars).

Leven is er dus nog niet ontdekt. Maar deze opeenvolging van ontdekkingen stelt wél het beeld bij dat we sinds een halve eeuw hebben van Mars als een volstrekt droge en levenloze woestijnplaneet.

Op zijn minst kunnen we nu met zekerheid stellen dat sommige bouwstenen voor leven op Mars aanwezig zijn, en dat de omstandigheden er gunstiger zijn dan we dachten (er bestaan overigens bacteriën die met heel zout water overweg kunnen).

Dat er op Mars lang geleden, toen de planeet nog een aangenaam en vochtig klimaat had, volop leven voorkwam, en dat er zelfs nu nog wat taaie bacteriën zijn overgebleven, die zich in ondergrondse waterlagen vastklampen aan het leven, is een heel wat geloofwaardiger mogelijkheid geworden.

Het jaar van Mars dus. En dan wil ik het nog niet eens hebben over de rode Tesla die in februari van dit jaar ruwweg in de richting van Mars is afgeschoten – het gaat tenslotte al vaak genoeg over Elon Musk in de krant.

Deze column is op 1 december 2018 verschenen in De Tijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *