Ssst… Bel ET maar beter niet

Ten vroegste over 24 jaar weten we het. Ofwel komt de Galactische Verdelgingsdienst ons uitroeien en ons zielige planeetje grondig desinfecteren, ofwel niet (en dan kunnen we rustig verdergaan met onszelf in nesten te werken).

Wie wou er hier een lesje in wiskunde? Foto Nasa

Over twaalf jaar arriveert bij de mogelijk bewoonbare planeet GJ 273b de radioboodschap die namens de mensheid is uitgezonden door de vereniging METI (Messaging to Extraterrestrial Intelligence). Als de eventuele aliens op GJ 273b geen tijd verliezen en onmiddellijk hun vloot uitsturen (of het dichtstbijzijnde filiaal van de verdelgingsdienst bellen), dan kunnen de zwaarbewapende ruimteschepen hier ten vroegste nog eens twaalf jaar later arriveren – om onze planeet te annexeren, ons zonnestelsel te plunderen of ons DNA te confisqueren, of wat het ook is dat die aliens motiveert om twaalf lichtjaren barre interstellaire ruimte over te steken.

METI heeft kritiek te slikken gekregen op het initiatief om met een grote schotelantenne een radioboodschap uit te zenden (bestaand uit onder meer opnames van een muziekfestival en een basislesje wiskunde, dat ontcijferd zou moeten kunnen worden door iedereen die slim genoeg is om een radio-ontvanger te bouwen).

Wie denken die mensen van METI wel dat ze zijn om zomaar op eigen houtje namens de mensheid iets uit te zenden? Had die boodschap niet opgesteld moeten zijn door de Verenigde Naties? En vooral: wie garandeert dat de eventuele aliens die de boodschap opvangen even sympathiek zijn als de naïeve astronomen van METI zich inbeelden? Wie weet wat voor engerds de melkweg bevolken? Misschien trekken we met onze boodschap de aandacht van buitenaardse dieven, imperialisten, hooligans, kolonisatoren, fanatici of roofdieren (of van de volautomatische robot-verdelgingsdienst die systematisch elk DNA-gebaseerd leven elimineert, wegens het onheil dat dergelijke levensvormen in het verleden al hebben aangericht).

Ondoordacht boodschappen uitzenden, voor we precies weten wie of wat er zich in de melkweg schuilhoudt, is zoals schreeuwen in de jungle, zeggen critici (onder wie Stephen Hawking).

Douglas Vakoch, de voorzitter van METI, heeft zich verdedigd door te stellen dat aliens die technisch in staat zijn naar ons te reizen, ongetwijfeld tóch al van ons bestaan wisten. Hij is vastbesloten om door te gaan: in april is een nieuwe uitzending gepland.

Als die aliens al van ons bestaan weten en ons in de gaten houden, zoals dieren in een zoo, dan is het hoog tijd dat we eens iets intelligents doen, vindt Vakoch, zoals een staaltje wiskunde uitzenden. ‘Stel dat een zebra in de dierentuin plots met zijn hoef priemgetallen begon te stampen,’ zegt hij, ‘dat zou de relatie meteen anders maken, we zouden dan zeker proberen te antwoorden.’

Wellicht heeft Vakoch een punt. Maar de critici óók. We zouden ons bepaald onaangename zaken op de hals kunnen halen met ons geroep in de galactische jungle.

Anderzijds, als we alleen maar voorzichtig zijn, en alle anderen óók, is het heelal dan bezaaid met eenzame volkeren die allemaal te bang zijn om zich te laten horen?

Deze column is op 24 februari 2018 verschenen in De Tijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *