Zo manipuleer je wetenschapsberichtgeving

In de VS is het ‘close-hold embargo’ in opmars, een techniek waarmee instanties als de Food and Drug Administration (FDA) de media manipuleren door te beperken met wie journalisten mogen praten, in ruil voor semi-primeurs.

fda-persmededeling

Charles Seife, hoogleraar journalistiek aan de New York University, bindt de kat de bel aan in het oktobernummer van Scientific American. Hij beschrijft het toenemende gebruik van het zogeheten ‘close-hold embargo’ door bronnen van wetenschapsnieuws zoals de FDA – soms zelfs tegen de officiële deontologische richtlijnen van die instanties zelf in.

Om uit te leggen wat een close hold embargo is, zal ik eerst een stapje terugzetten naar het ‘gewone’ embargo – een zeer veel gebruikte techniek in de wetenschapsjournalistiek.

Stel dat een universiteit een ontdekking door een van haar onderzoekers wereldkundig wil maken, dan kan ze een persmededeling uitsturen naar journalisten en redacties.

Als het een gewone persmededeling is, dan mogen de journalisten de inhoud vervolgens meteen in de media brengen. Is het echter een persmededeling met een ‘embargo’, dan moet het nieuws tijdelijk nog geheim worden gehouden, tot op het tijdstip dat op de persmededeling vermeld staat – doorgaans is dat enkele dagen later.

Een reden daarvoor zou kunnen zijn dat de universiteit het verschijnen in de media wil laten samenvallen met een of ander evenement, zoals de publicatie van een wetenschappelijk artikel in een vakblad.

Voor de journalisten heeft een embargo een groot voordeel: ze weten dan dat geen van hun collega’s bij concurrerende media hetzelfde nieuws eerder zal uitbrengen. In plaats van het nieuws in zeven haasten te moeten brengen om te vermijden dat een ander je voor is, kun je dan als journalist rustig achtergrondinformatie opzoeken en mensen interviewen, kritische opinies zoeken, voor- en tegenstanders spreken, en een beter journalistiek stuk produceren. Althans dat is de theorie.

Een nadeel van het embargo-systeem is dat het het kudde-instinct van journalisten naar boven haalt. Weten dat de concurrentie op díe datum met dít nieuws zal komen, blijkt nogal eens een onbedwingbare neiging op te roepen om hetzelfde nieuws óók te brengen, om toch maar niet achter te blijven.

Persdiensten van universiteiten en andere nieuwsbronnen weten dat natuurlijk, en gebruiken het embargo op die manier als een goedkoop trucje om zich van een grote media-belangstelling te verzekeren.

Zeer veel gebruikte embargo-berichten zijn bijvoorbeeld die van de grote wetenschappelijke bladen als Nature en Science, die elke week aan de journalisten een voorafblik geven op wat ze enkele dagen later zullen publiceren, onder embargo natuurlijk. Dat leidt elke week tot een reeks Nature-berichten in de kranten op donderdagochtend en Science-berichten op vrijdagochtend.

Embargo’s zijn (in de meeste gevallen) niet juridisch bindend. De enige sanctie op het verbreken van een embargo is doorgaans dat de schuldige journalist van de lijst geschrapt wordt en in het vervolg geen embargo-berichten meer ontvangt – een dreigement dat meestal ruimschoots volstaat om iedereen in het gareel te houden.

Bij een normaal embargo-bericht is het de journalisten toegestaan mensen te interviewen, bijvoorbeeld onafhankelijke of kritische experts, om hun mening over het nieuws te vragen, op voorwaarde dat die onafhankelijke experts op hun beurt toezeggen de vertrouwelijkheid te bewaren tot het moment dat het embargo afgelopen is.

Het is op dit punt dat het ‘close-hold’ embargo afwijkt. Dat is een embargo waarbij uitdrukkelijk wordt gestipuleerd dat de journalist niet met om het even wie mag bellen om op voorhand over het nieuws te praten. De journalist mag alleen spreken met de mensen op een lijst die door de bron wordt verstrekt.

Het voorwendsel voor die regel is natuurlijk dat op die manier de vertrouwelijkheid wordt beschermd. Maar de echte reden is natuurlijk: garanderen dat er alleen positieve stemmen aan het woord komen.

Ná het moment dat het embargo vervalt, mogen de journalisten natuurlijk wel met onafhankelijke experts spreken. Maar dat zijn meestal vijgen na pasen: het nieuws is dan al in de media geweest, gepasseerd, en er wordt niet meer op teruggekomen.

Resultaat: de bron heeft haar nieuws in de media gehad, en ook nog helemaal op de manier die ze zelf wilde, met de invalshoeken die ze zelf had uitgekozen.

Daar komt bij dat die berichten met close-hold embargo’s alleen worden verschaft aan een zeer select kringetje van journalisten van de allerbelangrijkste media. Dat is een extra motivatie voor de journalisten in kwestie om zich braaf aan de voorschriften te houden, uit vrees om uit de selecte kring gebannen te worden.

De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) blijkt zich volgens Seife routinematig aan close-hold embargo’s te bezondigen. Andere zondaars die genoemd worden zijn het California Institute of Technology, de U.S. Chemical Safety and Investigation Board en het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics.

Een kleine rondvraag bij Vlaamse wetenschapsjournalisten leverde geen voorbeelden op van close-hold embargo’s bij ons. Kennelijk is de nieuwe techniek (nog) niet tot in ons land doorgedrongen.

Bron: Charles Seife in Scientific American.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *