U bent in goed gezelschap als u er geen touw aan kunt vastknopen, aan de kwantummechanica – u weet wel, de theorie met katten die tegelijk levend en dood zijn en ‘spookachtige interacties op afstand’ tussen deeltjes. Ook veel fysici weten niet wat het allemaal betekent, volgens een recente poll, en degenen die het wél denken te weten, zeggen allemaal wat anders.
Zet twee fysici bij elkaar en je hebt twee tegengestelde opvattingen over de betekenis en de interpretatie van de kwantummechanica. Of drie.
Let wel: over de wiskundige inhoud van de theorie zijn ze het doorgaans roerend eens, en ook over hoe je in de dagelijkse wetenschappelijke praktijk met de kwantumfysica aan de slag moet om reële natuurverschijnselen te beschrijven. Op dat niveau is de kwantumtheorie niet alleen oncontroversieel, ze is ook ongelooflijk succesvol en gestaafd door talloze experimenten.
Het is wanneer fysici zich na de werkuren afvragen wat het allemaal betekent, dat de twijfel en de onenigheid aan de oppervlakte komen.
Dat dat bijna een eeuw na de geboorte van de theorie nog steeds het geval is, blijkt uit een kleine (en wellicht niet geheel wetenschappelijke) poll door Sujeevan Sivasundaram (universiteit van Aarhus), beschreven in New Scientist.
39 procent van de deelnemers onderschrijft de meest traditionele benadering, de zogeheten ‘Kopenhagen-interpretatie’ van de kwantummechanica van onder anderen Niels Bohr. Die gaat ervan uit dat kwantummechanica in wezen niet over de fysische realiteit gaat, maar slechts over wat we kunnen meten en observeren. Ze komt in moeilijkheden als geprobeerd wordt de daad van het observeren zélf als een fysisch proces te beschrijven.
25 procent van van de respondenten geeft de voorkeur aan een van de vele alternatieven die in de voorbije negentig jaar al geformuleerd zijn (met namen als veelwerelden-interpretatie, verborgen variabelen, pilootgolf of ‘vele interagerende werelden’).
De overige deelnemers (36 procent) gaf aan geen voorkeur te hebben.
Overigens waren vele deelnemers niet bepaald enthousiast over het hele idee van de enquête. 23 procent verklaarde het irrelevant te vinden hoe de theorie geïnterpreteerd wordt – een vaak nogal luidruchtig verkondigd sentiment onder fysici, soms samengevat als ‘shut up and calculate!’. Eén respondent, die nochtans de moeite nam te antwoorden, schreef dat hij de poll ‘compleet tijdverlies’ vond.
32 procent van de deelnemers gaven toe de verschillende alternatieven niet voldoende te begrijpen om er een opinie over te hebben.
Bron: New Scientist.