Wetenschappers hebben een gras etende haai ontdekt. Dat leest u goed: een haai die gras eet.
Waar is de tijd dat we dachten dat planteneters planten aten en vleeseters vlees, en daarmee uit?
Lang vervlogen. Biologen weten al lang dat het met dat planteneten en vleeseten in werkelijkheid lang niet zo duidelijk ligt als de schoolboekjes uit onze jeugd het voorstelden.
Niet alleen in de hedendaagse mensenwereld, met zijn veganistische américain préparé en zijn tofuworst, zijn de culinaire zekerheden verkruimeld, ook in de dierenwereld.
De Zandrekenaar herinnert zich dat hij in zijn lange loopbaan onder meer berichten heeft zien passeren over onderzoek naar leeuwen en tijgers die fruit aten en over koeien die zich tegoed deden aan vlees.
Vóór u zich nu de ongeruste bedenking maakt wat er van een zachtaardige fruit etende leeuw moet worden als hij een vleesetende koe tegenkomt: zo’n vaart liep het niet.
Koeien bleken volgens onderzoek een klein hapje vlees op tijd en stond niet te versmaden, bijvoorbeeld als ze bij het grazen een dode muis of een ander klein diertje vonden tussen het gras (en het was niet omdat ze zo slordig graasden dat ze het per ongeluk mee inslikten).
Bij de leeuwen en tijgers ging het over dieren die hun normale carnivore menu aanvulden met een klein beetje fruit. Maar ze deden dat wel spontaan, in het wild – het waren geen beesten in gevangenschap, aan wie door mensen een onnatuurlijk dieet werd opgedrongen.
En nu is er, als klap op de vuurpijl, de haai die gras eet. Zeegras meer bepaald, geen gewoon gras zoals we dat op het droge kennen.
Het was al langer bekend dat de haaiensoort in kwestie, de kaphamerhaai, soms zeegras at. Het was echter niet duidelijk of het gras voor de haaien wel echt voedsel was. Misschien namen ze het zeegras tot zich om een andere reden, zoals katten, die ook wel eens gras eten, waarschijnlijk omdat het hun spijsvertering helpt.
Maar nu hebben onderzoekers van de universiteit van Californië in Irvine vastgesteld dat kaphamerhaaien het gras dat ze eten wel degelijk verteren. De dieren hebben in hun ingewanden enzymen waarmee ze cellulose en andere bouwstoffen van planten kunnen afbreken.
In het vakblad Proceedings of the Royal Society B beschrijven de onderzoekers hoe ze tewerk gingen. Eerst lieten ze zeegras groeien in water dat verrijkt was met koolstof-13, een relatief zeldzame soort koolstofatoom (niet te verwarren met het radioactieve koolstof-14 dat voor archeologische datering gebruikt wordt).
Het zeegras met extra koolstof-13 voerden ze vervolgens aan vijf kaphamerhaaien in gevangenschap, en dat gedurende meerdere weken. Na afloop bleek dat de haaien ook volop koolstof-13 in hun bloed hadden. Dat moesten ze dus via de spijsvertering hebben opgenomen uit het gras.
Een veganist is de haai daarmee nog niet, want naast gras eet hij ook zeedieren, maar toch op zijn minst een flexitariër.
Deze column is op 2 februari 2019 verschenen in De Tijd.