Doen we er beter aan geld te vragen als we een vriend even iets uitlenen? Amerikaanse onderzoekers denken van wel. Het zou zowaar zelfs in het voordeel van de groep zijn – althans het financiële voordeel.
Een namiddag de aanhangwagen van je vriend lenen? Betaal hem ervoor. Wil je buurman je cirkelzaag of je boormachine even gebruiken? Reken er een huurprijs voor aan.
Dat is het advies van onderzoekers van de Carnegie Mellon University in Pennsylvania. De hele gemeenschap wordt er beter van, zo stellen ze in een artikel getiteld ‘Why You Should Charge Your Friends for Borrowing Your Stuff’ dat deze zomer moet verschijnen in een bundel conferentie-proceedings.
De onderzoekers, onder leiding van computerwetenschapper Ariel Procaccia, hebben een computersimulatie uitgevoerd, waarin ze ‘spelers’ in een sociaal netwerk voorwerpen lieten kopen en aan elkaar uitlenen of verhuren. De voorwerpen in het ‘spel’ stonden voor de soort dingen die mensen slechts af en toe gebruiken, en waarvoor het dus zinvol is dat niet iedereen ze voor zichzelf koopt, zoals speciale doe-het-zelf-werktuigen, ski-uitrusting of baby-spullen. Elke geautomatiseerde ‘speler’ in de computer streefde zijn eigen voordeel na, bij het nemen van beslissingen om dingen te kopen, te lenen of te verhuren of te huren.
Conclusie van de simulatie: als er niet gratis uitgeleend wordt, dan wordt uiteindelijk de groep er gemiddeld rijker van. Gratis lenen leidt tot een suboptimale uitkomst. Wil je vriend of je zus die net een nieuwe baby heeft, een kinderwagen lenen? Reken er geld voor aan, in het belang van de groep. Dat adviseert Procaccia.
De reden lijkt te zijn dat in een situatie met gratis lenen, de mensen met de meeste vrienden, met het meest uitgebreide netwerk, het minst reden hebben om dingen te kopen: zij kunnen de spullen altijd wel van iemand lenen. Het zijn de eenzaten, de mensen met weinig vrienden, die verplicht zijn om dure spullen zelf te kopen – waarna ze die elk uitlenen aan hun zeldzame vrienden. Dat leidt ertoe dat méér mensen dan nodig de weinig gebruikte voorwerpen aankopen.
In een situatie waar er verhuurd wordt daarentegen, zijn het net de populaire types die een reden hebben om dure spullen te kopen: ze kunnen een aardige cent bijverdienen door ze te verhuren aan hun vele vrienden. In deze situatie koopt de groep als geheel dus minder overbodige zaagmachines en kinderwagens. De middelen worden efficiënter besteed. De groep als geheel is op het eind rijker dan wanneer er gratis geleend wordt.
Wat Procaccia er niet bij vertelt is hoe het zit met de sociale cohesie, de vriendschapsbanden en het psychologisch welbevinden in de groep. Die variabelen zitten dan ook niet in zijn computermodel – daar worden mensen voorgesteld als gevoelloze automaten die strikt rationeel hun financiële eigenbelang nastreven. Dat is naar het schijnt een niet zeldzame benadering in dit soort onderzoek. Maar wel een benadering waar een risico aan verbonden is: als we adviezen gaan volgen die uit dit soort simulaties komen gerold, dan eindigen we op een dag nog echt als gevoelloze automaten die strikt rationeel hun financieel eigenbelang nastreven.
Deze column is in een licht gewijzigde versie verschenen in De Tijd van 17 juni 2017.