Waarom de CEO geen Einstein is

Moet je slim zijn om de baas te zijn? Of liever niet? Een column.

Waarom uw baas onbekwaam is, dat weet u natuurlijk al lang. Misschien is ze een halve psychopaat, misschien mist hij people skills. Misschien is zij een narcistisch stuk onbenul. Misschien is hij een mossel zonder ruggengraat. Zij een machiavellistische streefteef of hij een nietsontziende klootzak. Of misschien is hij of zij eenvoudigweg te dom.

Dat uw eigen prestaties als manager niet echt aan de verwachtingen voldoen, dat moet daarentegen aan heel andere factoren liggen, zoals de incompetentie van uw ondergeschikten of de kortzichtigheid van het hogere management. Of, dat zou ook kunnen, misschien bent u eenvoudigweg te slim.

Dat laatste excuus kunt u vanaf nu wetenschappelijk verantwoord onderbouwen, met dank aan een studie door een team psychologen onder leiding van John Antonakis van de universiteit van Lausanne en Dean Simonton van de universiteit van Californië in Davis.

De onderzoekers hebben geprobeerd na te gaan of er een verband is tussen intelligentie en managerskwaliteiten. Ja, zo blijkt: wie slimmer is, die is gemiddeld een betere manager – althans tot op zekere hoogte, want wie té slim is, bakt er weer minder van.

De psychologen hebben 379 mannen en vrouwen uit het middenmanagement van multinationale bedrijven (onder meer uit de financiële sector, retail en technologie) een IQ-test laten afleggen. Hun kwaliteiten als manager werden niet afgeleid uit objectieve factoren, maar uit een bevraging van hun collega’s (gemiddeld acht collega’s per beoordeeld manager). Er werd onder meer gevraagd hoe effectief de beoordeelde personen functioneerden als leider, of ze blijk gaven van visie en of ze een strategie konden bedenken en uitvoeren.

In een artikel in het vakblad Journal of Applied Psychology beschrijven Antonakis en Simonton hun bevindingen. Het ideale IQ voor een manager blijkt 120 te zijn. Lager is niet zo goed, maar hoger ook niet.

Wat betekent een IQ van 120? Dat is behoorlijk slim, maar niet uitzonderlijk. Ruwweg één persoon op tien à elf scoort 120 of meer. Een van de twee of drie slimste leerlingen in de klas zeg maar.

In een kantooromgeving, waar ondanks de schijn van het tegendeel blijkbaar iets slimmere mensen werken dan gemiddeld, betekent een score van 120 volgens de onderzoekers dat je ongeveer tachtig procent van de collega’s achter je laat.

Waarom te slimme managers het minder goed doen? Simonton vermoedt dat die de neiging hebben om over de hoofden van hun collega’s heen te praten, dat ze een minder goede band hebben met hun medewerkers, of dat ze soms té ingewikkelde oplossingen bedenken.

Als je zit opgescheept met een genie op een managerspositie in je organisatie, loop je dus het risico dat die loopt te orakelen over onbegrijpelijke theorieën, plannetjes uitbroedt die wat té slim gevonden zijn, en dat het op emotioneel vlak niet klikt met ‘gewone’ mensen.

Wat natuurlijk niet belet dat een stabiel genie ook gewoon een narcistisch stuk onbenul kan zijn.

Deze column is op 17 maart 2018 verschenen in De Tijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *