In het Pentagon en het Witte Huis wordt opnieuw gedroomd over satellieten met laserkanonnen. Een column.
Daar heb je Star Wars weer. Nee, geen paniek, ik heb het niet over weer een nieuwe, amper van de vorige te onderscheiden sequel in de zich eindeloos voortslepende filmreeks over een galaxy far, far away. Ik bedoel het Strategic Defense Initiative, het in 1983 voorgestelde en nooit gerealiseerde Amerikaanse ruimte-afweersysteem tegen kernraketten, bijgenaamd Star Wars.
Dat Star Wars lijkt aan een bescheiden comeback begonnen, nu het Pentagon in een recent rapport opnieuw plannen ontvouwt voor satellietnetwerken en laserkanonnen om vijandelijke raketten uit de lucht te schieten.
De vorige keer dat de VS de ruimte wilden militariseren om zich te beschermen tegen aanstormende raketten, was tijdens de Koude Oorlog, toen die was heropgeflakkerd onder president Ronald Reagan.
De VS en de toenmalige Sovjet-Unie bedreigden elkaar met reusachtige kernarsenalen.
De theorie achter het Strategic Defense Initiative was om niet langer alleen te dreigen met terugslaan, maar om vijandelijke kernraketten gewoon tegen te houden. Hoe dat precies moest gebeuren bleef een beetje flou, maar het zou wellicht een netwerk van satellieten uitgerust met grote laserkanonnen behelsd hebben. Volgens sommige plannen zelfs laserkanonnen voor eenmalig gebruik, van energie voorzien door een kernexplosie.
Geen wonder dat het plan bedacht werd met een bijnaam die verwees naar de toen nog verse filmfranchise (in de films wordt er duchtig in het rond gelaserd).
Volgens veel wetenschappers en ingenieurs waren de plannen technisch niet haalbaar. En politiek gezien dreigden ze het precaire evenwicht onderuit te halen dat de Koude Oorlog koud hield. Historici discussiëren er nog steeds over of de Star Wars-plannen hebben bijgedragen tot de val van de Sovjet-Unie, door die te verplichten tot een militaire inspanning die ze zich eigenlijk niet kon veroorloven.
En nu zijn er dus nieuwe Amerikaanse plannen die aan dat Star Wars doen denken, zij het in een light-versie.
Er bestaat intussen een (zeer beperkte) vorm van raketdefensie. Het Pentagon zou die nu willen uitbreiden met onder meer een netwerk van satellieten met sensoren en drones met lasers. Het rapport stelt ook voor om opnieuw de mogelijkheid van gewapende satellieten te onderzoeken. De bedoeling is om vijandelijke raketten te kunnen uitschakelen wanneer ze nog maar pas zijn vertrokken, omdat ze dan op hun kwetsbaarst zijn. Maar dat vereist bliksemsnelle waarschuwingssystemen en dicht bij de vijandelijke lanceerbasis opgestelde wapens (een satelliet laag boven het land van de vijand laten passeren is vaak de handigste manier om er dicht bij te komen).
Wetenschappers waarschuwen dat de plannen technisch nog steeds niet haalbaar zijn, ondanks de technische vooruitgang van de voorbije decennia (een expert vergeleek het met kernfusie, die ook altijd ‘veertig jaar in de toekomst’ blijft liggen). Maar vooral politiek lijkt het nieuwe Star Wars weinig kans te maken, met een Democratische meerderheid in het Huis van Afgevaardigden.
Deze column is op 23 maart 2019 verschenen in De Tijd.