Hoe een bescheiden schimmel de machtige Nasa kopzorgen oplevert. Een column.
Het is niets om je voor te schamen. Schimmel op iets wat je al een paar jaar in je koelkast of in je kelder hebt liggen. Kan iedereen overkomen.
Hoewel, als je het Johnson Space Center van de Nasa in Houston bent, meer bepaald het ‘clean lab’ waar de collectie meteorieten wordt bewaard en onderzocht, dan is het misschien toch een tikje gênant.
En als het nu nog een buitenaardse schimmel was, die daar temidden van de meteorieten groeide. Maar nee, het is een ordinaire huis- tuin- en keukenschimmel van het geslacht Penicillium. Die kent u wellicht uit uw eigen koelkast, als ongewenste óf gewenste gast, want enkele soorten Penicillium worden gebruikt bij het maken van kaas, zoals de smakelijke varianten Penicillium camemberti en Penicillium roqueforti.
Maar wacht, hoor ik u denken, schimmelkaas, groene kaas… was de maan niet van groene kaas gemaakt? Hebben we hier eindelijk het onweerlegbare bewijs daarvan in handen? Nee, helaas groene kaas, de maan is van saaie grijze steen gemaakt.
Er bestaan weliswaar meteorieten die van de maan afkomstig zijn (die zijn daar lang geleden bij een explosie de ruimte in geslingerd en na lange omzwervingen uiteindelijk op de aarde gevallen). Maar dat zijn, wat ze ook hebben meegemaakt, nog steeds gewoon stukjes grijze steen (eventueel met wat schimmel erop, gewone aardse schimmel).
De vaststelling dat in een ‘cleam room’ van het Johnson Space Center ‘een overvloed’ aan schimmel groeit, is dan ook alleen maar vervelend voor de Nasa. Wetenschappers speuren in meteorieten onder meer naar aminozuren, dat zijn bouwstenen van het leven waarvan geweten is dat ze ook in de ruimte voorkomen (enkel als losse bouwstenen, voor zover bekend niet als levend totaalpakket). Maar onderzoekers willen natuurlijk wel zeker kunnen zijn dat een aminozuur dat ze in een meteoriet aantreffen, echt van die meteoriet afkomstig is, en niet van de blijkbaar welig tierende Penicillium in het lab.
De Nasa hoopt de clean rooms van het Johnson Space Center over afzienbare tijd te gaan gebruiken om bodemstalen afkomstig van Mars te onderzoeken, in de hoop daar leven in aan te treffen. Het risico op een pr-catastrofe is daarbij reëel. Vóór je de wereldpers bij elkaar roept om aan te kondigen dat je leven hebt gevonden in een bodemstaal van Mars, doe je er wellicht goed aan even te verifiëren of dat leven niet afkomstig is van een broodje camembert dat een slordige employee twee weken tevoren in het lab had laten liggen.
H.G. Wells wist het al: de aarde is een gevaarlijke planeet voor buitenaardse bezoekers. In zijn sf-roman The War of the Worlds uit 1897 zijn de aardse legers aanvankelijk kansloos tegen de shock and awe-invasiemacht van Mars. Maar de superieur bewapende marsbewoners worden uiteindelijk geveld door onze aardse microben (dat micro-organismen ziekten veroorzaken was in 1897 nog een vrij nieuw idee). Aan de bacteriën die Wells in gedachten had als verdedigers van de aarde, kunnen we nu duidelijk ook de schimmels toevoegen.
Deze column is op 12 mei 2018 verschenen in De Tijd.