#HubbleToo

Als een evaluatiecommissie de naam van de kandidaten niet kent, blijken vrouwelijke astronomen plots gelijke kansen te krijgen.

Ruimtetelescoop Hubble. Foto Nasa.

De ruimtetelescoop Hubble is met enige vertraging de eenentwintigste eeuw binnengestapt.

Tot vorig jaar hadden mannelijke sterrenkundigen bijna dubbel zo veel kans om toestemming te krijgen de telescoop te mogen gebruiken voor hun onderzoek als hun vrouwelijke collega’s. Bij de recentste reeks toewijzingen van telescooptijd, blijkt dat de kansen gelijk zijn geworden. Het verschil? De beoordeling gebeurt nu anoniem. Dat wil zeggen: de jury die over de ingediende voorstellen moet oordelen, kent de naam van de indiener niet.

De ruimtetelescoop Hubble mag dan zo langzamerhand bejaard zijn, hij behoort nog steeds tot de telescopen die het meest in trek zijn bij astronomen. Een sterrenkundige die de Hubble wil gebruiken bij zijn of haar onderzoek, moet daarom eerst een gedetailleerd voorstel indienen. Een commissie van experts kiest dan de meest veelbelovende onderzoeksvoorstellen uit, en wijst aan elk van de uitverkorenen een beetje ‘telescooptijd’ toe. Bij de laatste selectieronde van 2018 werd minder dan één op tien van de voorstellen goedgekeurd.

In 2017 (toen het aantal voorstellen kleiner was, waardoor het algemene succespercentage hoger was), hadden mannelijke astronomen gemiddeld 24 procent kans om hun voorstellen goedgekeurd te zien, en vrouwen slechts 13 procent.

In die cijfers kon de ene natuurlijk een bewijs zien van discriminatie, en de andere een bewijs dat mannen betere voorstellen indienden.

Die discussie is nu beslecht. Bij de eerste selectieronde die is gehouden onder het nieuwe anonieme systeem, scoorden vrouwen 8,7 procent en mannen 8 procent (het totale aantal voorstellen lag hoger, vandaar de lagere goedkeuringspercentages). De commissieleden die moeten oordelen over de voorstellen, weten niet alleen niet wat de naam, gender en nationaliteit van de aanvrager is, maar ook niet aan welke universiteit of onderzoeksinstituut die verbonden is.

Het nieuwe systeem is er gekomen nadat het Space Telescope Science Institute, dat de Hubble beheert, een diversiteitsexperte had ingehuurd om zijn werkwijze te helpen evalueren. Die expert, Stefanie Johnson van de universiteit van Colorado, observeerde de vergaderingen van de selectiecommissie onder het oude systeem, en stelde vast dat de discussies er vooral gingen over de kwaliteiten van de kandidaten zelf, en over hun teams en hun vorige werk, en verrassend weinig over de voorliggende onderzoeksvoorstellen.

Johnson stelde daarop voor de selectiecommissie te laten oordelen op basis van geanonimiseerde dossiers. Het resultaat was dat er plots veel meer gediscussieerd werd over de wetenschappelijke merites van de voorstellen.

‘Het was onmiddellijk duidelijk in de toon van de discussies dat het een fundamenteel andere soort evaluatie was’, vertelde commissievoorzitster Priyamvada Natarajan van de Yale-universiteit onlangs aan het wetenschapsblad New Scientist. ‘Het was eerlijker, veel dieper en meer gefocust op wetenschappelijke overwegingen’.

Deze column is op 23 februari 2019 verschenen in De Tijd.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *