Zullen de Amerikaanse plannen om terug te keren naar de maan even snel in de prullenmand verdwijnen als gelijkaardige plannen onder president George Bush en onder president George W. Bush? Een column.
De Amerikaanse ruimtevaartwereld is in de greep van een merkwaardig déjà vu, sinds de regering-Trump bij monde van vice-president Mike Pence aankondigde dat het land binnen vijf jaar mensen op de maan zou laten landen.
Niet het vanzelfsprekende déjà vu, dat verwijst naar president Kennedy, die in 1961 aankondigde dat de VS ‘voor dit decennium om is’ op de maan zouden landen. Kennedy had in 1961 vóór zijn aankondiging overlegd met experts van de Nasa over wat technisch haalbaar was en hoeveel het zou kosten, en hij had een realistisch vooruitzicht dat de nodige budgetten ook zouden worden goedgekeurd.
Of Donald Trump of zijn team ook een van die dingen gedaan hebben, zal de geschiedenis moeten uitwijzen, of het volgende schandaalboek van een ex-regeringslid. Maar echt overtuigend realistisch zien de maan-binnen-vijf-jaar-plannen er voorlopig toch nog niet uit. Die timing is overigens gekozen om de nieuwe maanlandingen nog net binnen Trumps verhoopte tweede ambtstermijn te laten doorgaan.
Weliswaar heeft het Witte Huis inmiddels een budgetverhoging van 1,6 miljard dollar voor de Nasa gevraagd om het ‘Artemis’ gedoopte maanproject te realiseren. Maar het is onzeker of dat ooit goedgekeurd geraakt in het door de Democraten gedomineerde Huis van Afgevaardigden, en het is volgens experts ook te weinig. Schattingen van de kostprijs om binnen vijf jaar mensen op de maan te laten landen lopen uiteen van twintig tot veertig miljard dollar, te spreiden over vijf jaar. Dan oogt 1,6 miljard voor volgend begrotingsjaar toch wat mager.
Nee, het dèjà vu verwijst naar president George Bush (de eerste), die in 1989, op de twintigste verjaardag van de eerste maanlanding, al aankondigde dat de VS zouden terugkeren naar de maan. En naar George W. Bush (de tweede) die anderhalf decennium later nóg eens aankondigde dat de VS zouden terugkeren naar de maan. Beide malen is daar niets van in huis gekomen.
Het ‘Space Exploration Initiative’ van de eerste Bush was weinig meer dan holle praat, zonder harde dollars, en werd door de volgende president, Bill Clinton, zonder ceremonieel geschrapt. Bij de tweede Bush heette het plan ‘Vision for Space Exploration’. De maan-plannen van die ‘visie’ werden onder Barack Obama drastisch geheroriënteerd naar onderzoek van een planetoïde, met behoud van een deel van de geplande hardware. Onder Trump werd het opnieuw geheroriënteerd, aanvankelijk met een rustig tempo en een vrij bescheiden budget, naar het bouwen van een ruimtestation in de buurt van de maan, ‘Gateway’ gedoopt. Nu wil de regering vanuit dat ruimtestation ook landingen op de maan uitvoeren, en wel dringend.
Eerst zien en dan geloven, of er deze keer wél echt iets van zal komen. De Nasa lijkt alvast niet van plan alles waar ze mee bezig is te laten vallen om zich naar de maan te reppen met een koste-wat-het-kost crashprogramma. Kwestie van niet met lege handen te staan als het Artemis-project door een verandering van politieke wind plots weer wordt opgedoekt.
Deze column is op 7 juni 2019 verschenen in De Tijd.